Laatste Nieuws
Top 3 leuke weetjes van onze Facebook-pagina!
- april 2022
1. Waar verstoppen teken zich het liefst?
Teken kunnen op je klimmen of kruipen en zich vervolgens in je huid vastbijten. Ze hebben je hele lichaam tot hun beschikking en kunnen dus overal gaan zitten, maar ze hebben zo hun favoriete plekjes. Die moet je dus zeker controleren op teken als je buiten bent geweest.
Teken wonen overal in de natuur, maar ook gewoon in je eigen tuin en het park om de hoek. Ze leven in de struiken, in het hoge gras of tussen (dode) bladeren. Zodra het boven de 7 graden Celsius is, worden ze actief. Ze zijn er dus niet alleen in de zomer.
Een teek voedt zich met bloed, van dieren, maar ook van mensen. Zonder dat je het merkt, stappen ze bijvoorbeeld van hun grasspriet over naar je been, waar ze zich vastbijten in je huid. Daar voel je niets van, een tekenbeet doet geen pijn.
Meestal is een tekenbeet onschuldig, maar teken kunnen de ziekte van Lyme overbrengen. Daarom is het belangrijk om een tekenbeet snel te ontdekken en de teek vervolgens op de juiste manier te verwijderen. Verwijder je een teek binnen 24 uur? Dan is de kans dat hij de bacteriën die de ziekte van Lyme veroorzaken heeft kunnen overdragen gelukkig klein.
Teken houden van een warme, vochtige omgeving. Inspecteer daarom vooral deze plekken als je ergens geweest bent waar je misschien teken bent tegen gekomen:
- Achter je oren;
- Rond de haargrens in de nek;
- Randen van je ondergoed;
- Liezen;
- Oksels;
- Bilspleet;
- Knieholtes.
Een teek is een piepklein insect, van 1 à 3 millimeter. Heeft een teek je net gebeten, dan zie je een donker puntje op je huid. Zuigt hij zich vol met bloed, dan 'groeit' een teek uit tot een bruin of grijzig erwtje. Merk je de teek niet op, dan laat hij na een paar dagen vanzelf weer los. Op de plaats van de beet ontstaat vaak een rood plekje, net als bij andere insectenbeten.
2. Bigorexia: een serieuze sportverslaving
Verslaafd zijn aan sport: dat is toch gezond? Sporten is inderdaad gezond, maar niet als het een obsessie wordt en ten koste gaat van je persoonlijke omgeving, zoals je werk, je vrienden en familie. Zo herken je een sportverslaving, ook wel bigorexia genoemd.
Bigorexia is een medische term voor sportverslaving en is een erkende psychische stoornis, net als anorexia nervosa. Het komt vooral voor bij bodybuilders en hardlopers. Iemand die verslaafd is aan sporten is eigenlijk verslaafd aan endorfine: een natuurlijke pijnstiller die je lichaam zelf aanmaakt en vrijkomt bij liefde, chocolade, drugs en sport. Het stofje zorgt voor een plezierig en aangenaam gevoel.
Een sportverslaving klinkt niet ernstig, doordat de omgeving sporten associeert met 'gezond bezig zijn' en niet met iets ongezonds. Het valt niet direct op dat iemand zich zeven dagen per week of zelfs meerdere keren per dag in het zweet werkt. Sterker nog: degene krijgt complimenten over zijn/haar gespierde, fitte lichaam. Vergeleken met een alcohol- of drugsverslaafde waarbij de verslaving al snel door de omgeving wordt opgemerkt, kan het bij een sportverslaafde zelfs tien tot vijftien jaar duren voordat duidelijk wordt dat het om een verslaving gaat.
Ook al klinkt een sportverslaving niet ernstig en wordt het meestal pas laat door de omgeving opgemerkt, toch kan het zowel lichamelijk als geestelijk wel degelijk gevaarlijk zijn. Wanneer het trainen wegvalt, kun je bijvoorbeeld last krijgen van afkickverschijnselen, zoals verhoogde spierspanning, duizeligheid en hartkloppingen. Ook kun je je letterlijk kapot trainen: pezen en aanhechtingen van spieren gaan kapot of raken ontstoken. Verder kun je als sportverslaafde in een sociaal isolement terechtkomen, doordat je allerlei dagelijkse bezigheden afzegt.
Er zijn een aantal signalen die erop kunnen wijzen dat je verslaafd bent aan sport:
- Je sport elke dag (soms meerdere keren op een dag) en gemiddeld zo'n 7,5 uur per week;
- Je moet koste wat het kost trainen, want anders voel je je slecht;
- Je besteedt minder tijd aan je partner om te kunnen sporten;
- Je zegt je dagelijkse bezigheden, zoals afspraken, feestjes of werk af om te gaan sporten;
- Je plant je dagelijkse activiteiten het liefst rond je trainingen;
- Voel je je een dag niet zo fit of ben je geblesseerd, dan laat je je daar niet door weerhouden;
- Je voelt je ‘incompleet’ als je een dag niet gesport hebt;
- Je brengt je dagelijkse porties voeding in calorieën terug als je een training hebt moeten missen;
- Je voelt je euforisch na een training;
- Je hebt het gevoel dat een dag ‘zinloos’ is als je niet getraind hebt;
- Je bent vaak bezorgd om je lichaam en uiterlijk;
- Je bent chagrijnig als je tijdens een work-out niet het maximale hebt kunnen geven;
- Je gaat steeds meer en langer sporten;
- Je sport hoofdzakelijk om calorieën te verbranden;
- Je beoordeelt anderen op hun lichamelijke vorm;
- Je traint ook tijdens vakanties of feestdagen;
- Je weegt je elke dag.
De oorzaken van een sportverslaving kunnen uiteenlopend zijn. Zo kunnen sommige mensen verslaafd raken aan sport doordat ze hun problemen niet onder ogen willen zien. De endorfine die vrijkomt, zorgt er dan voor dat ze even niets hoeven te voelen. Hierdoor hunkeren ze steeds meer naar endorfine. Ook kan het te maken hebben met een negatief of vervormd zelfbeeld, een problematische jeugd of een tekort aan serotonine (een gelukshormoon). Ondanks bigorexia een erkende psychische stoornis is, is er meer onderzoek naar de mogelijke oorzaken nodig.
Als je denkt dat je een sportverslaving hebt, ga dan eens in gesprek met je trainer of sportinstructeur. Hij/zij kan jouw situatie beoordelen. Heb je professionele hulp nodig? Neem dan contact op met je huisarts.
3. Zo zorg je ervoor dat je minder zit op kantoor.
Werk je op kantoor? Dat betekent vaak dat je veel uren achter je bureau maakt en dus veel zit. Onderzoeken liegen er niet om: de effecten van langdurig zitten op je gezondheid zijn soms levensbedreigend. Zitten is slecht voor je. Kan je – in het bezit van een fulltime kantoorbaan – je zitgedrag nog veranderen?
Verandering is hard nodig. Van alle Europeanen zitten Nederlanders dagelijks het langst. De gemiddelde Nederlander brengt dagelijks 8,7 uur zittend door. En dat is niet iets om trots op te zijn. Lang-zitters ervaren meer stress, hebben vaker last van angstaanvallen en kunnen zich minder goed concentreren dan mensen die vaker de benen strekken.
Langdurig zitten tast niet alleen je mentale gezondheid aan, ook je lijf moet eronder lijden. Een stijve nek, pijnlijke schouders en een zere rug: na een werkweek merk je af en toe dat je lichaam gaat klagen. Je bent niet de enige die daar last van heeft. Rugklachten zijn de meest voorkomende problemen door lang zitten. Daarnaast is de bloeddoorstroming niet optimaal, met spataderen als gevolg.
Elk extra uur dat je op een dag zittend doorbrengt, verhoogt het risico op diabetes type 2. Dat blijkt uit onderzoek van Maastricht University. Verschillende onderzoekers ontdekten zelfs een link tussen langdurig zitten en kanker, zoals darmkanker en eierstokkanker.
Dit is maar een kleine greep uit een grote hoeveelheid onderzoeken op het gebied van zitten en gezondheid. De laatste jaren wordt er steeds vaker geconstateerd dat langdurig zitten veel nadelen met zich meebrengt. Na het lezen van al deze gezondheidsklachten wil je graag een concrete oplossing horen. Moet je na elke tien minuten zitten even opstaan en een rondje lopen bijvoorbeeld?
Nederland heeft nog geen richtlijnen of een norm voor het aantal uur zitten op een dag. Het onderzoeksinstituut TNO geeft het voorlopige advies om elk half uur op te staan. Schuine krukjes, wiebelige kussens en yogaballen: er zijn veel producten verkrijgbaar die een gezonder zitgedrag beloven. Het balanceren op een bal, kruk of kussen wordt ook wel actief zitten genoemd. Dat klinkt toch zeker iets gezonder dan een bureaustoel op wieltjes. “Het maakt niet uit of je op een kantoorstoel of op een yogabal zit: continu op hetzelfde zitelement zitten is nooit goed.
Een gewoonte is iets waar je niet meer over nadenkt. Als je doelgericht minder zit, val je minder snel terug in je oude patroon. Zorg dat je je bewust bent van de verandering.
Zeven voorbeelden om je op weg te helpen:
- Met de auto naar kantoor? Parkeer dan verder weg en loop het laatste stukje;
- Als je gebruik maakt van het openbaar vervoer, zorg je dat je de laatste paar minuten van je treinreis alvast gaat staan. Ook tijdens een kort ritje met de sprinter hoef je niet per se te zitten;
- Loop naar je collega toe als je iets wilt weten;
- Maak een ommetje als je wordt gebeld;
- Zet de prullenbak verder weg van je bureau, zodat je op moet staan om iets weg te gooien;
- Drink genoeg water. Zo blijf je niet alleen gehydrateerd, maar word je ook af en toe nog eens verplicht tot een loopje naar het toilet;
- Blijf niet achter je bureau hangen tijdens de lunchpauze, maar haal buiten een frisse neus.
Drie tips voor bewust actief zitten:
- Zet beide benen voor je op de grond en zit rechtop in je stoel. Zorg dat je computerscherm op ooghoogte staat. Laat je onderarmen rusten op de armleuningen;
- Rek je af en toe even uit. Trek je schouders op en laat ze weer zakken. Doe dit drie keer. Herhaal dit vaker gedurende de dag. Maak je nek los door je hoofd van je ene schouder naar je andere te bewegen;
- Span verschillende lichaamsdelen aan. Denk bijvoorbeeld aan je buik- of beenspieren. Zorg dat je daarna weer ontspant.